“Ik ben bijna kapotgegaan aan al de tegenstand die ik hier gekregen heb”

De Franse schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft
De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Dertig directe vragen, evenzoveel openhartige antwoorden.
Vandaag: jongerenactiviste Sihame El Kaouakibi (31). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?  

Geschreven door Ann Jooris & Fernand Van Damme Foto’s door Stefaan Temmerman

1. Hoe oud voelt u zich?
“Ik voel me ouder dan 31, in elk geval. Ik heb het gevoel dat ik al een leven achter de rug heb. eigenlijk heb ik nooit het leven geleid van een jongere. Ik heb ook nooit vrienden gehad van mijn leeftijd. er huist een ‘oude ziel’ in mij, dat idee spreekt me wel aan. Ik heb blijkbaar de neiging gehad om veel ballast te dragen, van kindsbeen af. Ik wilde er altijd voor zorgen dat iedereen aan de beurt kwam. en dat ook de kinderen die buitengesloten waren, toch betrokken werden. Ik heb me altijd verantwoordelijk gevoeld voor de anderen.”
2. Wat vindt u uw belangrijkste eigenschap?
“Terwijl ik vroeger zou hebben gezegd ‘mijn doorzettingsvermogen’, vind ik dat ook een zwakte. Want je hebt niet de moed om toe te geven dat het soms ook gewoon niet meer gaat. Die keerzijde vind ik wel belangrijk. Doorzetten is één. als ik aan iets begin, wil ik dat echt wel afmaken. noem het mijn plichtsbewust zijn. Of mijn rechtvaardigheidsgevoel. Om vooral te zorgen dat die nieuwe generatie niet dezelfde drempels zal ervaren en we ze meer en betere perspectieven kunnen bieden.
“Tegelijk ben ik mij ervan bewust dat er eigenlijk geen eindbestemming is. Ik ben onderweg en in de goede richting. Dat is goed om voor ogen te houden. Ik moet meer leren loslaten, tijd nemen om bij de dingen stil te staan. Het vergt moed om te zeggen dat je moe bent. een leidersrol schept heel wat verwachtingen.”
3. Wat is uw grootste passie?
“Ik word gelukkig als ik kan creëren. Vroeger creëerde  ik dans, nu projecten en kansen. Ik ben een doener. Soms heb ik heimwee naar de tijd toen ik de wereld ging veroveren op mijn sneakers. Want nu moet ik vooral meeten, pitchen, brainstormen en ‘zaakvoeren’.”
4. Wat beschouwt u als uw grootste prestatie?
“Enerzijds het feit dat ik er nog sta en de moed vind om door te gaan. maar ik blijf Let’s Go Urban toch mijn mooiste prestatie vinden. Vanuit een donkere periode in mijn leven kracht kunnen vinden om iets op te bouwen zonder geld, netwerk of steun. “mijn oom, die toch een beetje een tweede vader was voor mij, is overleden tijdens mijn examens. Ondanks alle pijn en verdriet heb ik mijn studies afgemaakt, om daarna helemaal te crashen. Ik heb twee maanden in een hoekje zitten huilen tot marleen, mijn toenmalige mentor die heengegaan is, me vroeg om vrijwillig anderstalige nieuwkomers te leren communiceren via mijn passie, de dans. “Zo is Let’s Go Urban ontstaan en die trein is sindsdien niet meer gestopt. Dat de organisatie nu eigen middelen heeft, duizenden jongeren bereikt en een eigen centrum krijgt, vind ik wel een verwezenlijking. In het sociale veld heb ik veel tegenstand gekregen, een onbekende speler dulden ze niet. Ik heb moeten afrekenen met afgunst en jaloezie. maar dankzij die tegenstand heb ik leren ondernemen. Uit noodzaak.”
5. Wat was het gelukkigste moment in uw leven?
“Ik kan niet één gelukkig moment noemen. elke dag in de spiegel kunnen kijken en zeggen: ‘You’re blessed’, als je weet waar ik vandaan kom en welke weg ik heb afgelegd, dat is voor mij geluk.”
6. Welke kleine, alledaagse gebeurtenis kan u blij maken? 
(lacht) “Mijn katjes, natuurlijk. Zij hebben mij zacht gemaakt. tien jaar geleden ben ik met Let’s Go Urban begonnen, vol jong geweld, op mijn sneakers, al dansend. met de jongeren de baan op. en dan die tegenwind die ik kreeg. Daar ga ik ooit een boek over schrijven. Over behind the scenes. Wat een vuil gedoe. Ik ging er bijna aan ten onder. Ik kon niet meer lachen, was altijd op mijn qui-vive en vertrouwde niemand meer, tot ik mijn katjes heb binnengehaald. Die voelen perfect aan wanneer je eenzaam en emotioneel bent.  Als ik huil, komen ze naast mij liggen. Soms klim ik over de daken om met ze te spelen. (lacht) mijn katten halen mij even uit de realiteit. Ik kan mij eigenlijk geen zorgeloos bestaan voorstellen. Ik heb altijd zorgen gehad, van kleins af aan.”
7. Wat is uw grootste zwakte?
“Wat ik daarnet zei: mijn doorzettingsvermogen is tegelijk mijn zwakte. Ik heb een enorme drang om te presteren en heb de moed niet gehad om eerlijk te zijn tegen mezelf, om me kwetsbaar op te stellen. Want ik ben echt uit balans en dat is niet wenselijk. Ik hield de hele tijd de schijn op, maar dat is heel vermoeiend. “Ik heb zo weinig stilgestaan bij wie ik ben als mens. Ik ben me daar nu in aan het verdiepen en dat is heel confronterend. Ik probeer van mezelf te leren houden. Ik heb me jarenlang gepositioneerd als de sterke vrouw bij wie iedereen terechtkon. Ik heb het altijd als een plicht gevoeld om de ballast van anderen te dragen. maar dat is niet de juiste manier van omgaan met mensen. Dan ben je niet aan het connecteren. Je moet geven, maar ook leren ontvangen.”
8. Waar hebt u spijt van?
“Van het feit dat ik zo hard ben gegaan, zo jong. Ik heb veel gemist. Je kunt de klok niet terugdraaien. In tien jaar tijd heb ik plots vijftien neefjes en nichtjes. Dan denk ik: wow, waar is de tijd naartoe? “Maar ik heb ook wel spijt dat ik geen jeugd heb beleefd. mijn leven bestond uit naar school gaan en werken. Ik kreeg geen zakgeld, dus moest ik wel centen verdienen. Ik ging opruimen in de Boomse vishal om dan te gaan turnen, zes dagen op zeven. “In mijn kindertijd heb ik trauma’s meegemaakt die ik aan niemand verteld heb, zelfs niet aan mijn ouders, en daar heb ik spijt van.
Ik ben met jongeren bezig, ik heb een voorbeeldfunctie. en net dat geheim hou ik voor mijzelf. Ik voel me daar schuldig om. Ik weet dat het nog kinderen overkomt en dat ze dat niet durven te delen, met niemand. Door al die #MeToo-getuigenissen kwam alles weer in mij naar boven, ik had het eigenlijk verdrongen. Ik worstel ermee wat ik er nu mee aan moet, maar tegelijk heb ik het gevoel: wat doet het er nog toe? Het vergt moed.”
9. Wat is uw grootste angst?
“Tien jaar geleden was ik onbekend. Ik had geen geld, geen verantwoordelijkheden. Ik had niets te verliezen. Enkel mezelf en mijn laptoptasje. (lacht) Maar nu kan ik het me niet meer permitteren om te falen, want er zijn mensen die op mij rekenen. Al die jongeren, mijn personeel. Dus in dat opzicht ben ik ook wel bang om te blijven stilstaan. De dingen die ik doe, moeten wel een bepaalde factor van duurzaamheid krijgen. Het mag niet van mij afhangen. Het draait ook niet om mij. Maar om zij die na ons komen.”
10. Waarvoor wilt u vechten?
“Ik ben wel een echte warrior hoor. (lacht) Ik wil strijden voor rechtvaardigheid, tegen kinderarmoede, voor gelijke kansen. Er zijn mensen die in cirkels blijven draaien, van generatie op gene ratie. Ik word daar boos en triestig van. Maar ook strijdvaardig.”
11. Wanneer hebt u het laatst gehuild?
“Ik huil de laatste tijd iedere dag, denk ik. Ik schaam me er niet meer voor. Ik laat het komen. Alleen en in gezelschap. Ik kan het tijdens een lezing hebben, dat ik volschiet. Als ik praat over jongeren in armoede, dan zie ik onze jongeren die flauwvallen van de honger tijdens onze sessies. Ik zie échte mensen voor me.”
12. Wanneer schrok u van uzelf?
“Een tijd geleden, naar aanleiding van de launch van WannaWork. Ik was heel gestresseerd, en dat maakt me dan ook zwak als mens. Mijn vriendin zei iets via de telefoon wat me heel erg raakte. Toen ben ik vooral geschrokken van hoe kwaad ik ben kunnen worden. Ik roep normaal nooit, maar ik ben uitgebarsten en heb mijn gsm kapotgeslagen. Het was voor mij wel even schrikken dat ik die emotie had. Want ik ben altijd vrij beheerst.”
13. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan?
“ Toen dus. Ik ben sterk, hoor. Heel sterk. (lacht) Door te turnen heb ik veel kracht. Ik heb niet alleen mijn gsm kapotgeslagen, maar ook mijn glazen deur. Allemaal tijdens dat gesprek. Daarna ben ik drie uur gaan rondrijden. Achteraf dacht ik wel: what the fuck was dat? Dan voel je je zo eenzaam en verdwaald.”
14. Welke kunstvorm beroert u het meest?
“Beweging. Dans en muziek. Dat pakt mij enorm. Van muziek an sich kan ik heel emotioneel worden, maar in combinatie met beweging wordt het pas magisch. En al helemaal wanneer onze jongeren het brengen.”
15. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?
“Ik ben moslima. Ik ben zo opgevoed. Soms vraag ik me af: wat als ik met een andere religie was opgegroeid? Via een vriendin heb ik de spiritualiteit ontdekt, en dat intrigeert me heel hard. “Ik vind het heel moeilijk om regels te volgen. Het is jammer dat je sommige dingen niet in vraag mag stellen. Als er conflicten zijn geweest met mijn ouders, ging het over geloof, over dat dogmatische. Voor mij is geloof een privékwestie. Hoe ik mijn geloof praktiseer, is mijn zaak. Ik heb moeite met mensen die god op aarde spelen en met de vinger wijzen of oordelen. Voor mij is geloof een houvast. Iets wat je helpt reflecteren en je er vooral toe aanzet je best te doen voor iedereen en om te kijken naar zij die het minder goed hebben. Maar ik geloof niet dat het ene geloof beter is dan het andere. De zoektocht naar jezelf, hoe je geconnecteerd bent met anderen, vind ik belangrijker.”
16. Wat biedt u de ultieme ontspanning?
“Ik kan echt ontspannen van een goeie massage. Dat is frappant, want tot op een bepaalde leeftijd kon ik geen lichamelijk contact aan. Ik kan ook genieten van de stilte, van thuis zijn.”
17. Hoe voelt u zich in uw lichaam?
“Eigenlijk wel goed. Ik omarm mijn vrouwelijkheid, mijn Noord-Afrikaanse roots en mijn poep. (lacht) Ik ben echt gaan houden van mijn lichaam. Vroeger had ik het moeilijker met mijn rondingen. Ik ben blij dat ik mij nu complexlozer voel.“Door te turnen heb ik wel al wat pijntjes. Mijn lichaam heeft jarenlang moeten incasseren. Aftakeling, daar ben ik wel bang voor, maar zolang het niet mentaal is, zou ik het denk ik nog kunnen aanvaarden. Niet meer kunnen nadenken, vergeten: dat boezemt mij angst in.”
18. Wat vindt u erotisch?
“Goh. Moeilijk. Porno kan me niet opwinden. Erotiek situeert zich in mijn verbeelding.”
19. Wat is uw goorste fantasie?
“Dat vind ik een moeilijke. Ik had beter de vragen op voorhand gelezen. (lacht) Amai, da’s een moeilijke. Is het erg dat ik dat niet heb? Is dat menselijk? “Die persoon die mij als kind onrecht heeft aangedaan? Ik denk dat hij al gestorven is. (denkt na) Maar neen, ik kan me niet voor- stellen dat ik hem iets aandoe, ook niet in mijn verbeelding. Ik zou wel de confrontatie willen aangaan, ervoor zorgen dat rechtvaardigheid geschiedt. Maar in wraak geloof ik niet. Ik denk niet dat wraak helend zou zijn voor mij.”
20. Welk dier zou u willen zijn?
(wijst naar haar kat) “Hier zie. Een kat. Superlenig, superbehendig, snel.
Komt altijd op haar pootjes terecht.”
21.  Aan wie bent u schatplichtig?
“Aan twee lectoren die me door mijn studies heen geloodst hebben toen ik in een emotioneel zware periode zat. Aan mijn nonkel, die als een tweede vader was. Mijn mentor die is heengegaan en mijn opstap naar het sociaal ondernemen was. Erika (Xuan Nguyen, cofounder WannaWork, red.) die de afgelopen jaren aan mijn zijde stond. Mijn broertje Youssef, die me enorm hard heeft geholpen. Maar in eerste instantie aan mijn ouders. Zij hebben helemaal ten dienste gestaan van hun kinderen.”
22. Hoe was de relatie met uw ouders?
“Ik kom uit een arbeidersgezin, maar heb niet echt in armoede geleefd. Honger hebben we nooit gehad.We hadden een dak boven ons hoofd, maar we gingen nooit op restaurant of op uitstap, we kregen nooit zakgeld, onze studies moesten we zelf financieren.
“Mijn vader heeft zich wat opgewerkt, maar mijn moeder is haar hele leven lang huismoeder geweest. Ze heeft talenten, maar die heeft ze nooit kunnen benutten. “Ik ben mijn ouders vooral dankbaar dat ik mijn ding kon doen. Toen ik drie was, hebben ze mij naar de turnclub gestuurd en dat is mijn leven geworden. Ze hebben mij weinig opgelegd. Ik heb het huis verlaten zonder te trouwen en zonder zekerheid.
“Mijn vader was een stille en stabiele man, maar van communicatie of affectie was er nauwelijks sprake. Wat die eerste gene- ratie migranten allemaal meegemaakt heeft! Eigenlijk zouden ook zij professioneel begeleid moeten worden om te leren omgaan met hun trauma’s.
“Mijn oom was het tegenovergestelde. Hij had heel veel humor, was heel los, je kon alles tegen hem zeggen. Gewoon door naar mij te kijken wist hij wat er in mij omging. Ooit zei hij mij: ‘Jij wordt nog minister van Onderwijs.’ Hij zag mijn ambitie, mijn potentieel. Hij geloofde in mij. Die trots, dat was ik niet gewoon.”
23. Aan wie hebt u leed berokkend?
“Aan niemand. Toch niet dat ik me er bewust van ben. Ik hoop echt van niet.”
24. Welke eigenschappen waardeert u in anderen?
“Je-m’en-foutisme. (lacht) Dat waardeer ik. Ik heb ook wat oudere vrienden, in de 60 en 70, en die zijn geweldig. Hoe zij leven, zich kleden, wat ze doen, wat ze zeggen: zo bevrijdend!”
25. Hoe definieert u liefde?
“Ik vind het moeilijk om te zeggen ‘liefde is…’ (lacht) Ik vind gevoelens moeilijk onder woorden te brengen. Ik kan liefde voelen voor een dier, de natuur, een mens, een vriend, een kunstwerk. Liefde kan pijn doen, maar kan ook helend zijn. Liefde zit voor mij vol tegenstrijdigheden. Liefde is ook loslaten.”
26. Hoe wilt u bemind worden?
“Ik heb iemand nodig die mij opvangt, die zorgzaam is, die geborgenheid biedt. Ik heb iemand nodig die kan zeggen: het is oké om angstig te zijn, om moe te zijn. Samen kunnen lachen, cultuur kunnen uitwisselen, elkaar verrijken. Als mens. Maar het is niet makkelijk om die rol te vervullen.”
27. Welk maatschappelijk probleem kan u woedend maken?
“Kinderarmoede. Kansarmoede is één, maar vanuit de kansarmoede kun je wel in armoede terechtkomen. Arm zijn voor mij de mensen die hun kinderen zonder lunch naar school sturen. Die niet kunnen nadenken over: wat morgen? Die echt van dag tot dag moeten leven.“België heeft een van de hoogste kinderarmoedecijfers van Europa: één op de vijf kinderen leeft in armoede en we slagen er maar niet in om dat cijfer naar beneden te halen. Dat maakt me boos, omdat we in overvloed leven. We moeten manieren kunnen bedenken om op z’n minst die Europese grens te halen. Maar ik voel niet dat dit een prioriteit is voor de overheid. Armoede zorgt er nochtans voor dat die kinderen minder pres- teren op school. Minder presteren op school leidt tot uitval, een deuk in hun eigenwaarde, een gevoel van uitsluiting, werkloosheid.Dat patroon moeten we durven te doorbreken. En voor mij begint dat door in mensen te geloven en hen te empoweren. Door onrechtvaardigheid binnen onze systemen aan te kaarten en tegen te gaan.”
28. Hebt u zichzelf ooit betrapt op racistische gevoelend?
“Telkens als ik bij meer elitaire membershipclubs langs moet gaan om een voordracht te geven. (hilariteit) Dan denk ik in de wagen achteraf: ‘Man, jullie zijn niet van deze wereld!’ Paternalistische blanke Belgen, denk ik dan, kom eens van jullie troon af! Ik vind paternalisme niet meer van deze tijd. Het komt erop neer dat je investeert in mensen opdat ze altijd afhankelijk van je zouden zijn.“En dan die opmerkingen over mijn Volvo. Wat dachten ze dan? Dat ik na een hele dag heen en weer ’s avonds met de fiets zou komen? Dat behoort ook tot de mentaliteit van sommigen die goed willen doen: ‘We gaan je helpen, maar klim niet te hoog, want dan word je verdacht.’ Dan mis ik toch die Amerikaanse drive. In de VS wordt ondernemerschap gevierd, risico’s nemen wordt aangemoedigd. Laten we hier toch ook eens de successen omarmen, en niet alleen wachten tot iemand valt om die dan publiekelijk nog eens aan te pakken.”
29. Wat zoekt u op reis?
“Voor een opkikkertje: de stad. Voor de rust: natuur. Tegenstrijdigheden, dus.”
30. Hoe werkt u mee aan een betere wereld?
“Door in te zetten op ons meest kostbare kapitaal, de nieuwe generatie jongeren. Door ze via coaching de goesting te geven om iets te betekenen, ze weerbaar te maken. Door diegenen die aan de knoppen zitten op hun verantwoordelijkheden te wijzen.“Maar we botsen altijd op onze ingewikkelde structuren. Het gaat zo traag. Hoe wil je nu onze sociaal-economische uitdagingen aanpakken als je met zoveel spelers moet beslissen? Daarom kan ik niet in de politiek. Ik kan niet meedraaien in een systeem waarvan je weet dat het vastloopt.”
Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.